Waarom praten slechts deels helpt bij ingrijpende ervaringen & trauma’s

Na een traumatische gebeurtenis kan het lichaam in een vecht- of vluchtstand blijven staan. Praten is dan vaak de standaard behandelmethode. Maar werkt dat wel? Volgens traumadeskundige Bessel van der Kolk is een lichaamsgerichte aanpak effectiever. ‘De geestelijke gezondheidszorg staat op een keerpunt.’

Op een dag werd de driejarige Bessel van der Kolk door zijn vader in de kelder opgesloten omdat hij iets ‘fout’ had gedaan. Zijn vader kon vaker ‘zomaar’ uitbarsten in enorme woede. Later ontdekte Van der Kolk dat zijn vader in de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp had gezeten en daardoor zeer getraumatiseerd was. Net als zijn oom, die in een Jappenkamp had gezeten.

Van der Kolks ervaringen hielpen hem zich in te leven in mensen die afschuwelijke dingen meemaken: verkrachtingen en mishandelingen of het meemaken van heftig geweld, zoals een oorlogscorrespondent die een maat uiteen ziet spatten.

Op zijn achttiende besloot Bessel van der Kolk Den Haag te verruilen voor Hawaii, op uitnodiging van een daar woonachtige oom. In de Verenigde Staten studeerde Van der Kolk medicijnen en psychiatrie. In 1982 richtte hij het Trauma Center opals onderdeel van de Harvard Medical School. In 2016 verscheen zijn boek Traumasporen waarin hij veertig jaar onderzoek naar het thema samenvat. Het boek is in 23 talen vertaald en er zijn drie miljoen exemplaren van verkocht.

Onlangs was hij in Nederland waar hij sprak voor een zaal met ruim zevenhonderd reguliere ggz-psychologen en lichaamsgericht werkende hulpverleners. Een jongensachtige man met een grijze haardos en dito baard, die je makkelijk tien jaar jonger schat. Vanwege de overweldigende belangstelling moest er kort van tevoren een extra zaal met een scherm worden geregeld.

HET RAADSEL VAN PSYCHISCHE TRAUMA’S

Van der Kolks ontdekkingstocht naar het raadsel van psychische trauma’s en het geringe succes met de behandeling daarvan begon toen hij 35 was en net begonnen als psychiater in Boston’s Veterans Administration Clinic, de veteranenkliniek van Boston. Het was eind jaren zeventig. Een soldaat wiens vader in Bastogne had gevochten en die zelf een Vietnam-veteraan was, meldde zich. De man was van huis weggevlucht om zijn gezin zijn vreselijke woedeaanvallen te besparen. Van der Kolk: ‘Ik herkende veel van wat hij vertelde en zag dezelfde soort gebaren als bij mijn vader en oom.’

‘Hun lichaam was gegijzeld door de overweldigende gebeurtenis die ze hadden meegemaakt. Dat zag je aan hun verkrampte houding.’

Tijdens zijn studie was Van der Kolk de manier waarop een trauma het lichaam koloniseert al tegengekomen. ‘Ik kende de foto’s van mishandelde vrouwen van honderdvijftig jaar geleden van de Franse neuroloog Charcot in Parijs. Hun lichaam was gegijzeld door de overweldigende gebeurtenis die ze hadden meegemaakt. Dat zag je aan hun verkrampte houding. Dat was ook toen al bekend in de psychiatrie.’

In die tijd begonnen psychofarmaca hun opmars in de geestelijke gezondheidszorg. ‘Ik deed in Amerika de eerste studies van Prozac voor PTSD. Het was niet slecht, maar genezen konden psychofarmaca niet. Al slagen pillen als Prozac er wel in patiënten ongevoeliger maken.’

De Vietnam-veteraan ging met een pillenstrip tegen nachtmerries naar huis. Toen de man twee weken later terugkwam, bleek hij geen enkele pil te hebben genomen ‘Ik moet een levende herinnering zijn voor mijn vrienden die in Vietnam zijn gestorven,’ zei hij. Hun dood zou anders voor niets zijn geweest, vond hij. Zijn nachtmerries onderdrukken, zou betekenen dat hij zijn vrienden in de steek liet.

De veteraan was voor Van der Kolk het begin van zijn zoektocht naar het mysterie trauma en de vraag: waarom houdt een trauma mensen gevangen op een plek die ze juist wanhopig willen ontvluchten?

SLECHT KIND

Een psychotrauma komt voor na een overweldigende ervaring, bijvoorbeeld mishandeling, misbruik of een ernstig ongeluk. ‘Naar schatting zeventig procent van de mensen in de westerse wereld heeft ooit een traumatische ervaring meegemaakt,’ zegt Van der Kolk. Als hij de Nederlandse cijfers hoort van het ministerie van Volksgezondheid – een op de dertien – trekt hij een ongelovig gezicht. ‘Dat lijkt me heel erg laag.’

Traumapatiënten zoeken, zo stelt hij, vaak hulp voor symptomen als slapeloosheid, controleverlies, woede-uitbarstingen, onvermogen liefde te voelen, concentratiestoornissen, leermoeilijkheden, depressie en angsten. Die worden niet altijd herkend als gevolgen van een traumatische bron. Meer dan de helft van de mensen die psychiatrische hulp zoeken, zijn ooit mishandeld, verlaten, verwaarloosd, als kind verkracht of getuige geweest van geweld binnen het gezin.

Meer dan de helft van de mensen die psychiatrische hulp zoeken, zijn ooit mishandeld, verlaten, verwaarloosd, als kind verkracht of getuige geweest van geweld.

Vooral vroegkinderlijke trauma’s hebben vaak levenslange gevolgen. Het kinderlijke brein verdedigt zich tegen geweld of een andere overweldigende ervaring door zich bijvoorbeeld te dissociëren van zijn lichaam. Die strategie maakt dat getraumatiseerde mensen vaak zeggen dat ze weinig voelen en zichzelf verachten. Alles is beter dan onder ogen zien dat bijvoorbeeld een ouder zich als een monster kan gedragen. Van der Kolk: ‘Een kind van vier dat geslagen wordt, denkt niet: ik ben een lief kind en dit is een gestoorde volwassene. Zo’n kind denkt: ik ben een slecht kind. Daarom word ik geslagen.’

In Nederland werd in 2010 – het meest recente cijfer volgens een nationale studie van de Leidse Universiteit – drie procent van alle kinderen blootgesteld aan fysieke of emotionele mishandeling, verwaarlozing en/of seksueel misbruik.

TRAUMA VERANDERT HET BREIN

Met de opname in 1980 van de term posttraumatische stressstoornis in het handboek van de Amerikaanse beroepsvereniging van Psychiatrie (APA) begon er een explosie aan trauma-onderzoek. Van der Kolk stapte in die jaren over van de veteranenkliniek naar het Massachusetts Mental Health Center, een academisch ziekenhuis van Harvard University. Hij luisterde er naar de verhalen over geweld en misbruik van zijn angstige en depressieve patiënten en realiseerde zich: voor veel mensen begint de oorlog thuis. Of zoals hij het in Traumasporen omschrijft: voor elke militair die in een overzees oorlogsgebied dient, zijn er dertig kinderen die gevaar lopen in hun eigen huis.

De opkomst vanaf de jaren negentig van de neurologie, ontwikkelingspsychopathologie en de interpersoonlijke neurobiologie betekenden een doorbraak in de kennis van de werking van het brein.

Trauma verandert het brein, niet alleen op korte maar ook op lange termijn. Van der Kolk: ‘Een trauma betekent niet zomaar dat je een slechte herinnering hebt. Trauma verandert hoe je de wereld ervaart en waarneemt: getraumatiseerde mensen zien overal gevaar of ze zien niets en voelen zich als zombies.’

Ook Van der Kolk deed onderzoek. ‘We voerden het eerste onderzoek uit naar wat zich afspeelt in het brein van getraumatiseerde mensen.’ Daarin werd duidelijk dat het brein dat deel is van het limbische systeem bij trauma reageert met vluchten of vechten. Het taalcentrum – het gebied van Broca in de frontale hersenkwab – sluit zich daarnaast bij heftige ervaringen af. Gevolg: voor hun trauma kunnen slachtoffers vaak moeilijk taal vinden.

Praten over trauma – de dominante aanpak die studenten psychologie sinds het begin van de negentiende eeuw aangeleerd krijgen – helpt dan ook maar deels, stelt Van der Kolk. Want praten kalmeert het lichaam doorgaans niet, terwijl een getraumatiseerd iemand juist daar behoefte aan heeft. ‘Praten over trauma heeft bovendien als nadeel dat het lichaam de traumatische gebeurtenis herbeleeft,’ zegt Van der Kolk.

Zinloos is praten niet, vindt hij niettemin. ‘Het nuttige aan bijvoorbeeld een cognitieve gedragstherapie is dat het je helpt begrijpen: dit is er gebeurd met mij. Maar begrijpen waarom je iets voelt verandert weinig aan hoe je je voelt.’

HUN LIJF WORDT HULPELOOS

Van der Kolks waarnemingen en klinische ervaringen brachten hem op het spoor van een andere aanpak. ‘Ik ontmoette voortdurend mensen die trauma behandelden door het lichaam te kalmeren. Bodyworkers die met ademhalingsoefeningen en aanrakingen verlichting konden geven. Mensen die begrepen dat het lichaam vastzit tijdens trauma en niet meer bewegen kan. Hun lijf wordt hulpeloos.’ Hulpeloosheid behandel je zoals je dat doet met kinderen. ‘Zoals je je eigen baby’s kalmeert: met vasthouden, zingen, wiegen en spelen.’

Van der Kolks echtgenote is ook een bodyworker. Veel van de therapieën die hij zijn patiënten aanraadt en waarvan onderzoek uitwees dat ze effectief zijn, heeft hij bovendien in zijn laboratorium bestudeerd en zelf geprobeerd: yoga, EMDR, neurofeedback en MDMA (ecstacy).

Veel dingen kunnen mensen zelf doen voor elkaar en voor zichzelf. Toen Invictus-speler Paul Guest onlangs in paniek raakte omdat een overvliegende helikopter hem terugbracht naar zijn traumatische ervaringen als landmijnspecialist in Noord-Ierland, werd hij omhelsd door de Nederlandse Bosnië-veteraan Edwin Vermetten tot hij weer kon sporten.

‘Iemand vasthouden is een van de meest natuurlijke reacties voor mensen die iets akeligs is overkomen. Zolang je lijf bang is aangeraakt te worden door een ander is het vrijwel onmogelijk om je veilig te voelen. Ook wiegen en zingen zijn natuurlijke reacties op stress. Dat leerde ik vooral van bisschop Tutu toen ik adviseur was voor de Waarheidscommissie in Zuid-Afrika en zag hoe samen zingen en dansen mensen een veilig gevoel geeft zodat ze zich open kunnen stellen voor elkaar.’

Praten is in praktijk vaak dan ook niet datgene waar mensen uit eigen beweging voor kiezen. Na op 9/11 gevlucht te zijn uit het World Trade Center wendden de meeste trauma-slachtoffers zich niet tot de reguliere geestelijke gezondheidszorg om met praten te verwerken wat hen overkomen was. Ze zochten hun heil bij acupunctuur, massage, yoga en EMDR. ‘Mensen zoeken namelijk vooral naar manieren om de lichamelijke last na trauma te verlichten.’

MEDICIJNEN

Van der Kolk vindt het jammer dat niet meer vakgenoten een lichaamsgerichte aanpak omarmen. ‘Als psychiaters komen we allemaal uit de medische hoek. Daar draait het allemaal om het reguleren met medicijnen.’ In Nederland ligt in de psychiatrie-opleiding het accent qua behandelmethodiek op neurotransmitters, zoals serotonine, waarmee sterk ongeregelde emoties in balans kunnen worden gebracht.

Ook andere factoren spelen een rol bij het gebrek aan interesse van vakgenoten voor de lichamelijke kant van trauma. ‘Een vakgroep loopt het gevaar vast te houden aan de methode waarin ze zijn opgeleid.

Zelf ziet hij, naast de workshops die hij geeft en zijn wetenschappelijk onderzoek nog steeds zo’n twaalf patiënten per week, waardoor hij contact houdt met de klinische praktijk.
Steun voor zijn pleidooi voor een meer lichaamsgerichte behandeling van trauma’s vindt Van der Kolk allereerst in de studies die hij en zijn studenten gedaan hebben en bij de behandelaars van trauma’s die hij spreekt tijdens de vele workshops die hij over de hele wereld geeft. Veel hulpverleners die willen leren hun patiënten effectiever te behandelen, hebben zelf persoonlijke ervaring met trauma. ‘Want waarom wordt iemand therapeut? Omdat je allerlei vragen en problemen in je eigen leven en dat van de mensen van wie je houdt wilt oplossen.’

VAKER CRIMINEEL

We kunnen niet om trauma’s heen, vindt Van der Kolk. ‘De effecten van psychotrauma vormen een grotere kostenpost dan kanker en hartziektes. Studies van de US Centers for Disease Control over de epidemiologie van trauma hebben dat aangetoond,’ stelt Van der Kolk. Die cijfers zijn er ook voor Nederland. De maatschappelijke kosten – zorgkosten en ziekteverzuim – van in de kinderjaren getraumatiseerde volwassenen, zijn op jaarbasis maar liefst 10,9 miljard. Dat berekende Trimbos in 2016.

Ook vanwege de maatschappelijke kosten is aandacht voor trauma van groot belang. ‘Families, soms hele buurten, waar kinderen verwaarloosd en te midden van geweld opgroeien, brengen volwassenen voort die vaker werkloos zijn, vaker crimineel worden en een groter beroep doen op de gezondheidszorg.’

Nobelprijswinnaar voor de Economie James Heckman toonde aan dat programma’s die ouders helpen met het ontwikkelen van basisvaardigheden zichzelf terugbetalen in lagere gezondheidszorgkosten, minder sociale uitkeringen, minder gevangenisuitgaven en minder middelengebruik.

Van der Kolk vertrouwt op een kentering. ‘De aandacht ervoor zal groeien, want de technieken om trauma effectief te behandelen zijn nu beschikbaar. Trauma’s zijn de meest dringende volksgezondheidskwestie van dit moment,’ zegt hij verwijzend naar Adverse Childhood Experiences (ACE) een grootschalig onderzoek naar de gevolgen van kindermisbruik en verwaarlozing uit 1995-1997.

In Nederland wees in mei dit jaar het in trauma-opleidingen gespecialiseerde Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke chronische Traumatisering (Celevt) in een brief aan de staatssecretaris van VWS voor de derde keer sinds 2013 op het feit dat het Trimbos-onderzoek nog steeds niet in GGZ-beleid is vertaald. Zij plette wederom om onder meer betere screening, geld voor specifieke behandelcentra en meer onderzoek om traumapatiënten beter te helpen.

IMPACT VAN TRAUMA’S

Traumadeskundige zijn beschermt je overigens zelf niet tegen akelige gebeurtenissen, zo ondervond Van der Kolk. Teruggekomen van een lezing ontdekte hij eind vorig jaar dat hij was ontslagen door het Justice Resource Institute (JRI), waar zijn Trauma Center sinds 2005 was ondergebracht. Van de Kolk had al jaren geleden het dagelijkse bestuur van zijn Centrum aan een nieuwe generatie overgedragen, maar werd door het JRI verantwoordelijk gesteld voor de ‘giftige werkomgeving’ die er op het Centrum zou heersen. Kort daarvoor was een nieuwe directeur ontslagen wegens wangedrag tegenover vrouwelijke werknemers. Overigens zonder dat Van der Kolk daarin was gekend.

Zijn twee laboratoriums, die neurofeedback en MDMA bestuderen, overleefden het drama. En hij is nog steeds professor in psychiatrie en neurowetenschappen aan Boston University. De belangrijkste steun voor Van der Kolk kwam – naast die van zijn vrouw – van zijn collega’s van het als collectief opgezette Trauma Center. ‘De hele staf is met mij meegegaan naar het nieuwe Trauma Research Foundation dat we hebben opgericht.’

De strijd voor beter begrip en behandeling van traumaslachtoffers gaat natuurlijk door, al vindt hij het verdrietig dat er nu geen organisatie meer is waar onderzoek, training, klinische behandeling en een wereldwijd onderwijsprogramma geïntegreerd zijn. Ook in Nederland zijn de schaarse gespecialiseerde traumacentra en poliklinieken bij GGZ-instellingen de afgelopen tijd afgebouwd of afgesloten, aldus Celevt. Van der Kolk blijft echter optimistisch. ‘Als samenleving staan we op het punt ons bewust te worden van de grote impact van trauma’s. De geestelijke gezondheidszorg staat op een keerpunt.’

WAT WERKT BIJ TRAUMA’S?

– EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) is een techniek waarbij de patiënt snel met zijn ogen beweegt terwijl hij zich het trauma herinnert, waardoor de herinnering eraan afzwakt. Behandeling met EMDR was volgens de eigen Trauma Center-onderzoeken tot 2014 zeer effectief in het verminderen van trauma-klachten. In Nederland wordt EMDR beschouwd als een wetenschappelijk onderbouwde methode en vergoed vanuit de basis GGZ.

– Yoga heeft volgens wetenschappelijk onderzoek een positief effect op gezondheidsproblemen als hoge bloeddruk en stresshormoonafscheiding. Onderzoek van het Trauma Center wijst uit dat yoga kalmeert en mensen helpt beter naar hun lichaam te luisteren. Ook intensieve meditatie helpt.

– Neurofeedbackmachines registreren de hersengolven van een patiënt en de feedback-functie spoort de hersenen aan meer of minder te generen van die frequenties die klachten veroorzaken. Via neurofeedback ‘leert’ het brein nieuwe patronen waardoor de patiënt zich beter voelt.

Bron: Traumasporen. Het herstel van lichaam, brein en geest na overweldigende ervaringen. Prof. dr. Bessel van der Kolk, Uitgeverij Mens!

TRAUMA IN NEDERLAND

– Meer dan de helft van de Nederlanders maakt ooit in zijn leven een schokkende gebeurtenis mee. Eén op de zeven daarvan ontwikkelt als gevolg daarvan een posttraumatische stressstoornis (PTTS). Dat betekent dat ruim 1 op de 13 Nederlanders heeft ooit in zijn leven een posttraumatische stressstoornis (PTTS) gehad.

– Het gaat om 8,8 van procent van de vrouwen en 4,3 procent van de mannen. Vrouwen lijden vaker aan PTTS omdat zij vaker slachtoffer zijn van seksueel geweld, jonger zijn ten tijde van de traumatische ervaring en meer dissociatie (afsplitsing van het lichaam) ervaren.

– Jonge volwassenen ( 18-34 jaar) lopen de meeste risico’s: bijna 1 op de 10 heeft een PTTS ervaren.

– Met name effecten van vroegkinderlijke trauma’s (als gevolg van bijvoorbeeld geweld, seksueel misbruik, verwaarlozing) zijn vaak zeer ingrijpend. Ruim de helft van de cliënten in GGZ kampt met de gevolgen van een vroegkinderlijk trauma. Het gaat om 400.000 mensen. Mede in antwoord daarop zette Celevt de stichting Strakx op. Die streeft naar een landelijk dekkend netwerk van circa acht traumacentra voor langer durende multidisciplinaire zorg, waar behandeling, onderzoek en training samengaan. Eind dit jaar moet de eerste van start gaan in Amsterdam. Op dit moment is nog onduidelijk of de financiering ervan door private partijen gaat lukken.

Bron: Volksgezondheidszorg.nl. (Ministerie van Volksgezondheid)

2022-09-07T10:13:22+02:00
Ga naar de bovenkant